Zoals u onder rasinformatie kunt lezen is een Landseer een hond met een tamelijke grote drang om iets te doen met de baas. Hij is zelfverzekerd, aanhankelijk, intelligent, trouw aan zijn baas, tamelijk zachtmoedig van aard en bij voldoende vrije beweging buiten, prettig rustig in huis. De meeste Landseers beschikken over een flinke portie onafhankelijk- en eigenzinnigheid. De rasstandaard zegt dat een Landseer zo moet zijn en wij als rasvereniging houden bij het fokken ook rekening met het karakter. Maar niet alleen daarmee.
Eisen uit ons verenigingsfokreglement.
Binnen de belangrijke driehoek van het fokken van rashonden, leggen de bij ons aangesloten fokkers er eer in om te fokken met ouderdieren die aan de eisen van de rasstandaard voldoen voor wat betreft gezondheid, karakter en schoonheid.
Voor u als pupkoper betekent dit het volgende:
De regels inzake gezondheid zijn, dat onze fokdieren (teven en reuen) worden getest op Heupdysplasie (HD), Elleboogdysplasie (ED), Thrombopathia (DNA onderzoek), Degenratieve Myelopathy (DM) en erfelijke oogafwijkingen. Pas nadat het ouderdier op al deze zaken is goedgekeurd, mag het ingezet worden voor de fokkerij.
De regels inzake schoonheid en anatomie (exterieur) zijn dat de ouderdieren pas ingezet mogen worden voor de fokkerij, indien zij voldoende kwalificaties behaald hebben op shows onder een erkende keurmeester. Daarbij moet het ouderdier tenminste twee keer de kwalificatie ZG (zeer goed) behaald hebben.