Waarom via LCN?

Uiteraard kan geen fokker u elke garantie geven op een pup. Fokken blijft ondanks alle zorgvuldigheid een gok, daar levend materiaal in de zin van ouderdieren, wordt gebruikt en het altijd gepaard gaat met de onvoorspelbaarheid van de natuur. Ook twee gezonde mensen kunnen een kind met een ziekte of een erfelijke aandoening krijgen. Daar moet u het mee vergelijken.

Binnen LCN doen we er alles aan om erfelijke aandoeningen zoveel mogelijk uit te fokken. Daartoe laten we de fokdieren op allerlei zaken die in het ras bekend zijn, testen. U heeft daarover kunnen lezen bij de gezondheidsregels uit het verenigingsfokreglement.

Ook wordt zorgvuldig gekeken naar de te maken combinaties. Niet alle gezonde en goedgekeurde ouderdieren passen bij elkaar. Fokkers kijken naar stambomen en achtergrond van de hond en bepalen o.a. daarop een te maken combinatie.

Een rashond is tenslotte een specifieke hond en dat is ooit ontstaan door dicht op de lijn te telen, juist om gewenste eigenschappen te behouden. Bij het fokken van welke rashond ook, ligt inteelt altijd op de loer. Vandaar dat de stambomen van de fokdieren van te voren bekeken worden, om te bezien of er niet teveel dezelfde honden bij beide ouderdieren op de stamboom staan.

Daarnaast houden fokkers over het algemeen een soort gulden regel aan, die luidt dat oudercombinaties alleen herhaald worden als de pups uitzonderlijk goed en mooi zijn, of als er een andere foktechnische reden voor is.